Columns


De levensboom
yggdrasil
Hierboven een afbeelding van de mythische boom, een Es, uit de Germaanse mythologie Yggdrasil. Deze boom stelt de kosmos voor, een symbool van het leven. De boom bestaat uit verschillende werelden. De goden in Asgard boven in de boom. In Midgard, in het midden, leven de mensen. Dat is onze aarde. In de diepte tussen en onder de wortels van de boom bevindt zich alles wat het licht niet verdraagt. Symbool daarvoor is de wereldslang, die aan de wortels van de boom knaagt. Het leven wordt hier verbeeld. Niet als een harmonisch geheel, maar als een spanningsveld tussen licht en duister, goed en kwaad, liefde en haat. Allemaal verbonden, samenhangend in het beeld van de levensboom. Luister maar, wat daarover in de Edda wordt geschreven:
Ik weet een esch
`t Is IJgdrasill,
De hooge boom, begoten
Met helder nat:
Hij geeft den dauw.
Nooit welkt zijn groen,
Aan Urdars- bron.
Een veelwetende, witte adelaar zit in den kruin des booms; tusschen zijne oogen zweeft de havik Wedrfölnir, en het eekhoorntje Ratatöskur loopt langs den stam op en neder, en zoekt tweedragt te stichten tussen den adelaar en den draak of de slang Nidhöggur, die in de diepte ligt. Vier herten eindelijk: Dain, Dvalin, Duneyr en Dyrathror, staan in de takken, knagen aan de bladeren en vreten de jonge knoppen af. Daarom heet het: IJgdrasill.
Heeft overlast te dragen,
Veel meer dan menschen weten;
Vier herten plukken boven,
Vermolming knaagt ter zijde,
`t Gebit van Nidhögg onder.
“En dit alles duldt de esch, die men als wereld-boom beschouwen moet, en vergaat niet, maar staat: eeuwig, altijd groen aan de heilige bron des voortijds.”
Maar er komt een moment dat de boom het niet meer houdt en op zijn wortels gaat staan schudden. Dan vergaat volgens de Germanen de wereld.
Nog even een korte uitleg van de verschillende werelden ontleend aan Wikipedia:
1. Asgard, de wereld der Asen
2. Ljossalfheim, de wereld der lichtelfen
3. Muspelheim, de vuurwereld
4. Vanaheim, het rijk der vruchtbaarheidsgoden; de Vanir
5. Midgard, de wereld der mensen
6. Jötunheim, de wereld der Jötuns, de reuzen.
7. Niflheim, het rijk der nevelen; hier huisden de doden
8. Svartalfheim (of Nidavellir), de wereld der zwartelfen of dwergen
9. Helheim, de woonplaats van de godin Hel
Deze beeldenrijke Germaanse mythologie spreekt mij meer aan dan bijvoorbeeld onderstaande levensboom, zoals weergegeven in de Kabbalah, het mystieke boek van de Joden. Ook hier zijn meer beeldende voorbeelden van, maar het is een veel abstracter verhaal.
c358c065-2aa4-493c-9189-81c52e5443b0
En dat verschil tussen concreet beeldend en abstract is nu precies waar het mij hier om gaat. Bij Yggdrasil wordt verwezen naar de levende natuur. Een natuur vol tegenstellingen, paradoxen en strijd. De natuur waar wij mensen zelf deel van uit maken. Ieder mens tracht op zijn eigen unieke wijze te overleven. Daarvoor geven we elkaar de ruimte, maar ontnemen elkaar daardoor juist ook weer ruimte. Delen, geven en nemen. Aanvaringen, botsingen en strijd zijn inherent aan het leven zelf, onze dagelijkse werkelijkheid. Het leven dat is voortgekomen uit Moeder Natuur.
In het Jodendom is het niet Moeder Natuur, maar God, de vader, die centraal staat. Hij vaardigt wetten en verboden uit, waaraan mensen zich dienen te houden. Doen ze dat niet dan zullen ze branden in de hel. Dat heeft de kerk er ooit van gemaakt. God is streng en Hij straft. Ook al wordt de soep tegenwoordig niet meer zo heet gegeten, voldoen aan zijn geboden en verboden gegoten in dogma’s is van levensbelang. Dit noem ik abstracties of theorieën waar mensen zich aan dienen te onderwerpen.
Moeder Natuur is vergevingsgezind, omdat ze zich realiseert dat het leven niet alleen goed, maar ook kwaad omvat. En niet altijd is dat onderscheid duidelijk te maken. Het leven zit vol dilemma’s waarin je toch keuzes zult moeten maken. Zie ook “Het visioen van Zacharia.
Op dit moment is klokkenluider Edward Snowden daar een goed voorbeeld van. Hij kiest er voor de schending van onze privacy door veiligheidsdiensten aan het licht te brengen, maar brengt daarmee die veiligheid misschien in gevaar. In ieder geval zijn eigen leven.
Bovenstaande is zwart wit geschetst. Er bestaat een groot grijs gebied. Juist tegenwoordig heeft iedereen een eigen mening en maakt eigen unieke keuzes. Er is geen groot verhaal meer waar ik mij op kan oriënteren. Geen collectieve waarheid. Trouwens is die er ooit wel geweest? Dus dan in ieder geval maar op zoek naar een eigen verhaal.
Ik kies voor Moeder Natuur, voor het unieke, het dwaze en diverse. Voor de valkuilen waar ik nog wel in zal vallen. Voor het steeds onzekere afwegen van wat goed en fout is. Bestaat er wel zoiets als goed of fout? Of zijn we nu eenmaal genoodzaakt om met elkaar afspraken te maken om op een fatsoenlijke manier te kunnen samenleven?
Het Leven is één oneindig groot organisme, dat juist door die spanning tussen tegendelen in stand wordt gehouden. Opbouw en afbraak zijn inherent aan het Leven. Goed en kwaad slechts twee kanten van dezelfde medaille. Zonder de dood zou er geen leven zijn.
Het visioen van Zacharia
Daar staat Jozua in de hemel met vuile kleren voor de troon van God. Die vuile kleren worden niet verzwegen en niet verdoezeld. Daar is geen sprake van. Maar wat je ziet is dat de satan opstaat om Jozua en Jeruzalem aan te klagen, en dat de Engel des Heren zijn vuile kleren uittrekt. En de Heere bestraft de satan. Heeft mijn volk niet al genoeg geleden, is het niet een brandhout uit het vuur gerukt? En Zacharia blijft het horen: “Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand.”
Niemand ontkomt aan vuile kleren, maar bij God is altijd vergeving

De slanke ziel

 Toen in 4 gymnasium bleek dat ik toch niet voor predikant in  de wieg gelegd was, moest er een andere keus gemaakt worden. Dat werd psychologie waarbij de pocket van Van Praag over psychologie een doorslaggevende rol speelde. De , toen nog, mysterieuze mandala op de kaft maakte mij nieuwsgierig naar de studie, die mij het geheim van de mens zou onthullen. Psychologie betekende immers zielkunde en dus zou het bestuderen van de menselijke ziel centraal staan.
Helaas, onwetend van de ingrijpende veranderingen, die binnen de psychologie in de jaren zestig plaatsvonden, pakte dat heel anders uit. De psychologie was bezig een exacte haast wiskundige op statistiek gebaseerde gedragswetenschap te worden. Een psychologie zonder ziel met als ideaal een maakbare statistisch gemiddelde mens. Ondanks allerlei alternatieve psychotherapeutische scholen, die als paddestoelen uit de grond schoten, bleek die visie de onderstroom, die tot op de dag van vandaag opgeld doet binnen de wetenschappelijke psychologie. Een neuropsychologie, die de mens als een mechanisme ziet, dat door de hersenen wordt aangestuurd. Niet de ziel, maar het maakbare, vertechnologiseerde lichaam staat centraal.

En daar nu ging de lezing van Sjoerd Kuyper, bekend van met name zijn kinderboeken, met als  titel “De Slanke Ziel” over. De lezing werd gehouden in het kader van de jaarlijkse Van Foreest Publiekslezing in de grote kerk in Alkmaar. De belangstelling was overweldigend. Je zou wensen dat een lezing over Korczak een dergelijk volle zaal zou trekken. Het motto van de lezing was: “Over hoe onze kinderen steeds dikker worden en hun ziel steeds verder krimpt, van 21 gram in 1996 naar 17 gram in 2014.” Het lichaam neemt steeds meer een centrale plaats in, terwijl de ziel uit het zicht verdwijnt. Alles richt zich op het maakbare lichaam: bewegen, sport, gezondheid, ontwikkeling van de hersenen en onderwijs moeten ingezet worden om uit kinderen het maximale resultaat te halen. Nuttige producten voor een op resultaat gerichte maatschappij. Beheersing en controle dat zijn de sleutelbegrippen.
Hoe gaan we die krimp van de ziel bij kinderen dan te lijf? Sjoerd Kuyper breekt een lans voor de kinderboekenschrijvers. Door de fantasie en verbeelding van kinderen te stimuleren kan de ziel weer groeien. De vooruitzichten stemmen echter bepaald somber. Er wordt steeds minder gelezen en voorgelezen. Ook laten veel series en programma’s voor kinderen weinig ruimte over voor de eigen fantaserende en verbeeldende ziel van het kind. Er moet altijd weer een resultaatgericht, feitelijk en leerzaam sausje overheen gegoten worden. De ontwikkeling van de ziel is zo belangrijk om te voorkomen dat we gemankeerde kinderen krijgen. Kinderen met een slanke ziel.
In het boek van Joukje Akveld en Annemarie Terhell 'ABC Dragt, 'De werelden van Tonke Dragt’ wordt Tonke Dragt geciteerd.

Sprookjes zijn geen onzin. Ze zijn heel erg echt gebeurd. Eigenlijk is alles wat je kunt verzinnen waar, omdat het uit jezelf is voortgekomen. De wereld is echt veel wijder dan hij op het eerste gezicht lijkt. En als hij niet zo blijkt te zijn, zoals ik dat in het kamp - Tonke Dragt werd in 1930 in een ziekenhuis in Batavia geboren en moest van de Japanners in 1942 samen met moeder en zusjes verhuizen naar een gevangenenkamp - heel sterk heb
  ervaren, dan maak je hem toch zo, daarvoor heb je toch hersens gekregen?


Van Korczak (zie voor meer informatie www.Korczak.nl) weten we uit wat hij in zijn dagboek schrijft dat hij vooral geïnteresseerd is in het wezen van de dingen.
“Ik was een kind dat ‘urenlang in zijn eentje kon spelen”,waarvan men helemaal niet merkte, dat er een kind in huis was.” Toen ik zes was, kreeg ik een blokkendoos cadeau; pas op mijn veertiende hield ik op ermee te spelen.”Schaam jij je niet? Zo’n grote jongen. Ga toch iets doen. Lees. Jij bouwblokken….ook dat nog!” Op mijn vijftiende maakte zich een waanzinnige leeswoede van mij meester. De wereld verzonk voor mijn ogen, alleen het boek bestond nog voor mij….
Mijn moeder placht te zeggen: “Die jongen heeft geen ambitie. Het laat hem koud wat hij eet, hoe hij zich kleedt, of hij met een kind uit eigen kring speelt of met de kinderen van de huismeester. Hij schaamt er zich niet voor om met kleintjes te spelen.”
Ik ondervroeg mijn bouwblokken, kinderen, volwassenen naar wat ze zijn. Ik maakte mijn speelgoed niet kapot, het interesseerde mij niet waarom de pop bij het liggen gesloten ogen heeft. Niet het mechanisme maar het wezen der dingen - het ding op zich.
Die laatste zin vat bondig samen waar het in de verhalen van Sjoerd Kuyper en Tonke Dragt om gaat. Namelijk niet om het mechanisme, maar om het wezen der dingen. Het wezen, de ziel van de kinderen. Een ziel, die wil fantaseren en spelen. Een ziel, die behoefte heeft aan een eigen unieke werkelijkheid. Een werkelijkheid waar Korczak in zijn rechten van het kind en het serieus nemen van de stem van elk kind ruimte voor maakt. Zo wordt de slanke ziel een wereldomvattende ziel.

De muur

        












Weet u hoe dat is om tegen een muur aan te lopen? Ooit The Wall van Pink Floyd gezien? Of de schreeuw van Edvard Munch? Hoe voelt het om tegen een muur aan te lopen? Je komt er niet doorheen. Je kan bonken wat je wilt, maar houdt er rauwe handen aan over. Er overheen dan? Nee de muur lijkt tot in de hemel te reiken. Er omheen dan? Naar links en naar rechts strekt de muur zich eindeloos uit. Kan ik terug dan? Nee, want achter mij ligt wat geweest is en alleen in de herinnering kan worden terug gehaald. Ik wil een toekomst, zicht op wat nog komen gaat. 


Zouden kinderen zich zo voelen, die straks vanaf hun derde jaar - er zijn zelfs al voorstellen de kinderopvang voor kinderen vanaf nul jaar te verplichten -  geconfronteerd worden met een rigide schoolsysteem? Een systeem dat geen ruimte biedt voor het unieke, de eigen aard, van dit kind en zich daaraan niet weet aan te passen. Een kind is toch immers geen onbeschreven blad papier, maar de brief waarmee kinderen volgens Korczak worden geboren, al vol geschreven met kleine lettertjes. Daar sta je dan angstig en machteloos. Waar moet je heen? Korczak* is dwars door die muur heen gelopen, maar belandde uiteindelijk met zijn weeskinderen in de gaskamers van het systeem. Is dat het lot van wie zich door de muur heen ramt? Dat kan. Denk maar aan het lot waar Malala** op het nippertje aan ontsnapte. Hier word je hooguit afgeschreven door middel van een uitgebreid toetsinstrumentarium. Weet je wanneer de muur valt, wanneer de schreeuw verstomt? Als het de kinderen lukt al spelend de stenen tot levende stenen te maken. Stenen waarmee ze een passend huis voor hun unieke zo-zijn kunnen bouwen. En wij? Gewoon de muur afbreken. Dat is al eerder vertoont. En geen zoete broodjes meer bakken, maar levende stenen, voedzaam brood.

*Korczak (1878-1942) was een Poolse arts en pedagoog, die als één van de eersten de "Rechten van het Kind" formuleerde.  In Warschau stichtte hij Dom Sierot, een weeshuis voor Joodse kinderen. In de oorlog kwamen zij in het ghetto van Warschau terecht waar ze moesten zien te overleven. In augustus 1942 werden ze op transport naar Treblinka gezet en daar vergast. Korczak week niet van hun zijde en onderging hetzelfde lot.
**Anderen, die muren trachten te slopen en dat niet overleefden, waren bijvoorbeeld Martin Luther King, Mahatma Gandhi en Dietrich Bonhoeffer.


Ben zo vrij als Jezus en ga de weg die zich aandient


Op de site van deBezieling.nl vond ik een artikel van Erik Borgman waaruit ik hier het volgende wil citeren:
Inleiding:
En ineens was iedereen Charlie. Erik Borgman vond het maar benauwend en moest denken aan een scène uit de film ‘Life of Brian’, waarin een menigte als uit één mond scandeert ‘We are all individuals’. We getuigen makkelijk van wat vanzelfsprekend is: je mag iemand niet zomaar doodschieten. Maar proberen we ook het onbegrijpelijke te doorgronden. Of is alles al begrepen. Borgman bepleit de alternatieve levenshouding van Jezus, die keek naar wat over het hoofd werd gezien, genegeerd werd, voor onaanzienlijk doorging, maar zich niettemin aandient.



Erik Borgman:
Hij begint met te vertellen over de verwarring, die bij hem ontstond naar aanleiding van al wat er gebeurde als reactie op het doden van de redacteuren van het blad Charlie Hebdo. De rigide manier waarop de wereld in twee kampen werd ingedeeld. De onmogelijkheid om een ander geluid "je ne suis pas Charlie" te laten horen en te verwijzen naar al die doden ,die elders op de wereld vallen vanwege hun geloof of hun strijd voor het vrije woord. Plotseling waren wij allemaal de slachtoffers.
Erik Borgman schrijft dan verder:
Ik kwam pas weer een beetje tot rust in het weekend. Ik stond die zondag op het rooster om voor te gaan in de liturgie. Met het oog op de overweging verdiepte ik mij in het verhaal over Jezus’ doop in de Jordaan in het evangelie van Marcus. Ik formuleerde mijn onrust en ongemak in gebeden. Vooral realiseerde ik mij hoezeer wij ondanks alles steeds weer worden verzameld in Gods ruimte en dat het de taak van de kerk is hiervan in Jezus’ naam en als Jezus’ lichaam te getuigen.
Ik zei onder meer:
Jezus heeft het voorgedaan. Hij is blijven kijken en waar hij gevangenschap zag, maakte Hij vrij doordat Hij zag. Wat mensen tot speelbal maakte dat temde Hij doordat Hij erin deelde. Wat mensen tot bezetenen maakte dat dreef hij uiteen door het in de ogen te zien. Wat mensen verwarde, maakte Hij tot orde en waar geen weg was, daar werd Hij de weg: de weg van God, dwars door de woestijn, dwars door het water. Jezus redt en bevrijdt, maar niet door afstand te houden van wat bedreigt, niet door de dubbelzinnigheid weg te duwen en de wereld in te delen in zwart of wit, in ‘van ons’ of ‘onze vijand’, in ‘van God’ of ‘van de duivel’. Niet door wat bedreigend is tot niet-bestaand te verklaren, niet door wat ingewikkeld is in een eenvoudig schema te duwen, niet door de wereld in te delen in ‘gedreven door de gewelddadige onderdrukkingsdrang van de moslims’ en ‘vol van seculier vrijheidsverlangen’, niet ‘Allah akbar’ tegenover ‘je suis Charlie’. Jezus redt en bevrijdt door juist dat te zien wat niet gezien wordt, door zichtbaar te maken wat wordt genegeerd, door te zeggen wat wordt verzwegen, door te zijn wat niet kan bestaan.
Dat is geen religieus triomfalisme. Het is de erkenning van onze zwakte: wij staan naast Jezus en we worden aangesproken in navolging van hem te doen wat hij deed:
Wie van Jezus is, die hoeft van niemand te zijn, die behoort aan niets toe, die hoeft zich niet te laten beperken tot de mogelijkheden die worden gepresenteerd, maar heeft de vrijheid de weg te gaan die zich aandient.

Zelf (de schrijver van dit blog) maakte ik een tijdje geleden de volgende aantekening:
Jezus houdt zich op in de rafelrand van de samenleving.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten